Geschiedenis van het schermen in Nederland
(door Wiebe Mokken)
In de jaren negentig van de vorige eeuw vond de schermleraar Ton Hazes een keur van een oud schermersgilde in Bergen op Zoom. Nader onderzoek toonde aan dat dit document wel eens tot de oudste schermdocumenten ter wereld zouden kunnen behoren. De in 1486 opgestelde keur beschrijft het Sint-Michielsgilde en zijn rechten. De complete gedragscode voor de gildeleden is in de keur vastgelegd. Het valt op dat het reglement sprekend lijkt op de reglementen voor schermzalen zoals die tot in de negentiende eeuw werden opgesteld.
In het begin van de negentiende eeuw werd in het leger voornamelijk geschermd met de sabel, de stok en de bajonet. De burgerbevolking schermde veelal in turnverenigingen en wel op het wapen floret. Een beroemde oude turn- en schermvereniging was bijvoorbeeld “Olympia” in Den Haag. Het valt op dat het floretschermen in de 19e eeuw al door vrouwen werd beoefend. In veel andere sporten werden vrouwen pas veel later geaccepteerd.
Aan het eind van de 19e eeuw begon wereld te denken in termen van ‘sport’; dat was toen eigenlijk een vrij nieuw begrip. Rond 1880 werd ook het eerste toernooi op degen georganiseerd. De degen als wapen voor duels bestond natuurlijk al lang, maar als oefen- en wedstrijdwapen was het nieuw. Een van de eerste beoefenaars van het degenschermen in Nederland was de heer Labouchere, die later de eerste voorzitter van de KNAS zou worden.
In 1907 werd de militair Jetze Doorman in Parijs wereldkampioen op de sabel. Omdat het destijds gebruik was dat de wereldtitel in eigen land werd verdedigd, moest snel een organisatie worden opgezet. Dat werd de KNAS.
Het begin van de 20ste eeuw was de gouden tijd van het Nederlandse wedstrijdschermen. Doorman en, in 1923, Brouwer werden wereldkampioen, Van Rossem won Olympisch zilver op sabel in 1906 en er waren op verschillende Spelen bronzen medailles voor A.E.W. de Jong en voor equipes op degen en sabel. Na de 6e plaats van mej. Jo de Boer op de Olympische Spelen van Los Angeles in 1932 werden de Olympische prestaties minder. Weliswaar wisten Nederlanders zich bij tijd en wijle te plaatsen, topprestaties bleven uit tot Bas Verwijlen in Peking 2008 een fraaie 8ste plaats wist te behalen.
Buiten de Olympische Spelen werd er incidenteel wel degelijk gescoord op internationaal niveau. De recente bronzen WK medailles van Verwijlen en Tol vormen de hoogtepunten in de lijst, maar de prestaties op grote wedstrijden van bijvoorbeeld Arwin Kardolus, Pernette Osinga, Stephan Ganeff en Indra Angad-Gaur waren van internationaal topniveau.
De wapens
De floret
Bij floret geldt de voor- en achter torso als trefvlak is gebaseerd op het kleine zwaard uit de 18e eeuw. Het is een licht steekwapen, wat betekent dat een aanval alleen telt met de punt van het wapen. Met dit wapen geldt het zogenaamde ‘recht van aanval’. Een schermer heeft het recht van aanval als hij begint met een aanval op de tegenstander. Omdat slechts ייn schermer het recht van aanval kan hebben per keer, moet de tegenstander uitwijken of de aanval pareren voordat hij of zij het recht van aanval krijgt. Dit betekent wanneer een schermer als eerste aanvalt, hij of zij hiervoor geen punten kan krijgen als de tegenstander het recht van aanval heeft. Bij floret geldt de voor- en achter torso als trefvlak.
De degen
Bij degen geldt het hele lichaam als trefvlak is een steekwapen. Het recht van aanval geldt niet voor dit wapen: wie als eerste de tegenstander raakt heeft een punt. Hierdoor kunnen, in vergelijking met floret en sabel, snellere en eenvoudigere acties richting tegenstander gemaakt worden. Tegenaanvallen komen bij degen meer voor dan bij andere wapens. Bij degen geldt het hele lichaam als trefvlak.
De sabel
Bij sabel geldt het hele lichaam boven de heupen als trefvlak is een slag en steekwapen en heeft zijn oorsprong als wapen gebruikt in de ruiterij in de 17e eeuw. Een aanval kan zowel met de zijkant als met de punt van het wapen gemaakt worden. Vreemd genoeg is dit het lichtste van de moderne schermwapens. Net als bij floret heeft een aanval met het recht van aanval de prioriteit boven een aanval zonder het recht van aanval. Het schermen met sabel kenmerkt zich door het snelle voetenwerk. Bij sabel geldt het hele lichaam boven de heupen als trefvlak. (bron: d’artagnan venlo)